Hoe onze ruimte er de komende jaren uitziet – of in termen van de nieuwe wet: omgeving! – bepaalt de wet. Of beter gezegd: bepalen wij, inwoners. Want de nieuwe wet anticipeert op ‘de beweging van onderop’, op nieuwe vormen van democratie en geeft een stem aan de burger op een manier die we nu alleen nog kennen uit de Wmo.
Op dit moment is de Omgevingswet voor veel mensen nog abstract. Sterker nog, voor velen leeft deze niet. Een interessant artikel hierover is een Veel te stille revolutie in Dagelijks Bestuur (10 maart 2017) van Harmen de Haas, Paul den Otter en Co Verdaas. Dat zal zeker de komende jaren veranderen want de wet heeft een enorme impact op ons leven. Door de Omgevingswet zal ruimtelijke ontwikkeling sneller en simpeler worden en komt er meer ruimte voor initiatief. De wet ziet de leefomgeving als één geheel en breder dan ruimtelijk alleen. Dat betekent dat een visie op een omgeving ook gezien kan worden vanuit bijvoorbeeld het thema gezondheid. Daardoor kun je je bij het inrichten van je omgeving bijvoorbeeld richten op meer fietspaden of bezig houden met de vraag: hoe voorkom je eenzaamheid? Denk ook aan thema’s als klimaatverandering of energietransitie als uitgangspunt voor een omgevingsvisie.
Burgerbetrokkenheid is in de Omgevingswet een groot goed. Er liggen kansen voor kleine kernen en dorpen, zeker gezien de langjarige ervaring met werken van onderop, bij het opstellen van dorpsontwikkelingsplannen. Omdat vanuit een lerende situatie aan de Omgevingswet gewerkt wordt, lopen op dit moment veel pilots en gaan er nog pilots van start. Meer informatie bieden Platform 31 en Ruimtevolk. Op 17 juni was de Omgevingswet in relatie tot de kansen voor kleine kernen, één van de onderwerpen op het PlattelandsParlement. De presentaties staan op onze site.