Elkaar als buren helpen bij geboorte, ziekte en dood, het zogenaamde naoberschap, was in mijn jeugd op het Drentse platteland noodzaak om te kunnen overleven. Heel strikt geregeld, iedereen wist wie zijn naaste en verdere buren waren en welke plichten die hadden. Kwam je die niet na dan viel je buiten de gemeenschap en moest je het zelf maar uitzoeken. Professionele hulp van buiten was toen nog erg beperkt.
Mijn dorp werd gezegend met de komst van de Zusters van Liefde en de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM). De zusters brachten beschaving en professionele zorg, de aardolie geld. Ik ben de Zusters van Liefde en de aardoliemaatschappij veel dank verschuldigd. Dankzij hen kon ik als kind, uit een gezin van tien, dagelijks gratis met de bus naar het voortgezet onderwijs want de NAM spekte de gemeentekas en de nonnen zagen concrete resultaten van hun werk. Ook hoefde ik me niet meer druk te maken over de zorg voor mijn familie en buren. Dat was intussen geregeld en zo liet ik op mijn 18e met een gerust gevoel het dorp achter me.
De komst van de nonnen, de olie en een groeiend zorgstelsel hadden echter ook een negatief effect. De bestaande infrastructuur van zorg voor elkaar werd afgebroken, verantwoordelijkheid overgenomen, afhankelijkheid vergroot en er werd minder beroep op zelfredzaamheid gedaan. Daar hoefde je toen niet al te rouwig om te zijn want burenhulp was ook verstikkend en de sociale controle groot.
Tijden veranderen. De zorg brokkelt af en we vallen terug op oude waarden. Zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid zijn de toverwoorden. Naoberschap in een nieuw jasje lijkt dé oplossing te zijn voor de zorg op het platteland. Veel kleine kernen kennen mooie zorginitiatieven waaruit de kracht van de gemeenschap blijkt. Het versterkt de betrokkenheid op elkaar en, dankzij veel nieuwe hulpmiddelen, kan er samen veel worden bereikt. Maar ook nu doet niet iedereen mee en is continuïteit belangrijk. Daar blijft een vangnet van professionele zorg voor nodig. Een kleine gemeenschap, dorp of buurt, kan veel maar het resultaat hangt af van de mogelijkheden en de veerkracht van de inwoners. Zoals in mijn jeugd professionele zorg de smeerolie was om de druk van de burenhulp af te halen en mensen niet uit de boot te laten vallen kan het nieuwe naoberschap de smeerolie voor het behoud ervan zijn maar dan wel in een goede balans met professionele zorg.
Terwijl ik naar buiten kijk veegt de gemeente letterlijk mijn landelijke straatje schoon. Tot voor kort hield ik dat samen met mijn buren bij. Goed bedoeld maar dat is nou net iets wat ik zelf nog wel kan!
Leidy van der Aalst-Wolken
Voorzitter Landelijke Vereniging van Kleine Kernen
Link naar de blog op de site van de Koepel Adviesraden Sociaal Domein