Een nieuwe kijk op krimp


De BOKD liet onderzoek uitvoeren naar lokale demografische verschillen binnen een krimpregio. Marit Gorter (Rijksuniversiteit Groningen) onderzocht de regio op basis van migratie. Conclusie: binnen één regio zijn grote verschillen tussen dorpen onderling. Als je als gemeente hierop anticipeert _ inplaats van een regio als één geheel te benaderen – zal de aanpak van krimp veel effectiever zijn.

Bevolkingsontwikkelingen binnen een krimpregio zijn gevarieerder dan vaak wordt gedacht. Alleen al in Borger-Odoorn zijn vijf dorpen te onderscheiden, die elk een andere ontwikkeling laten zien. Dat blijkt uit een onderzoek naar lokale demografische verschillen in regio Oost-Drenthe uitgevoerd door Marit Gorter in samenwerking met het BOKD.

Hoewel de regio beleidsmatig en in de media nog vaak wordt gezien als één geheel, pleit het onderzoek voor het belang van flexibel en divers (gemeentelijk) beleid. Het onderzoek steunt niet op geboorten en sterftegevallen, maar op selectieve migratie, waarbij een bepaalde groep (bijvoorbeeld jongeren) oververtegenwoordigd is in het aantal mensen dat vertrekt uit een dorp. Hoewel het belang hiervan is aangetoond, blijkt dit niet in elke gemeente een even grote prioriteit te zijn; alleen de gemeente Borger-Odoorn beschikte over migratiecijfers op dorpsniveau.

Marit Gorter voerde het onderzoek uit in het kader van haar masterstudie aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijkuniversiteit Groningen.

Lees op de site van de BOKD meer over het onderzoek, de verklaring van de verschillen en de aanpak van de BOKD.